De angst voor plagen en ziektes loopt hoog op in de steeds grotere tomatenserres. Ondanks draconische veiligheidsmaatregelen wordt soms toch een oogst getroffen, wat gigantische kosten veroorzaakt. De Vlaamse AI-technologie Planticus bindt nu de strijd aan tegen ziektes en plagen.
Elke dag lopen 120 tot 150 plukkers en verzorgers door de eindeloze rijen tomatenplanten van een Vlaamse tomatenkweker.
Voordat ze aan de slag gaan in de serre, moeten ze zich omkleden en steriele beschermpakken aantrekken. Ook leveranciers en onderzoekers moeten zo'n steriel pak aantrekken. Bovendien moeten ze telkens een nieuw steriel pak aantrekken en het vorige verwijderen als ze van plantenrij wisselen.
Inderdaad. De veiligheidsmaatregelen zijn bij deze kmo - die anoniem wil blijven - drastisch. De reden? Angst voor plagen en ziektes met verregaande financiële gevolgen.
"Een teler vertelde me over hoe hij zijn volledige serre moest leegmaken, ter grootte van wel drie voetbalvelden", zegt Guy Van Looveren, oprichter en CEO van Planticus.
"Alle planten moest hij vernietigen. De grond moest hij tot één meter diep uitgraven om elk spoor van de plaag buiten te krijgen. Nadien moest hij van nul weer opstarten. Het betekende een gigantische kost voor de onderneming."
AI-oplossing tegen zieke tomatenplanten
Guy ontdekte de oplossing voor dit probleem. Momenteel rolt hij de eerste versie van zijn AI-oplossing uit. De eerste Belgische tomatenkwekers gingen er recent mee aan de slag. Ook één tuinbouwer in Spanje startte al op.
"In december 2020 brachten we een mobiele app uit waarmee hobbytuiniers ziekten op hun tomatenplanten konden vaststellen", vertelt Guy. "Vanuit deze hobby-app vroegen telers me naar een professionele oplossing voor serres die tot 25 hectare groot zijn, waar de hoeveelheid te controleren bladgroen oploopt tot 11 vierkante km. Dat is gigantisch."
Met hulp van VLAIO
In totaal werd er 300.000 euro geïnvesteerd in Planticus, waarvan de innovatieve starterssteun en groeisubsidie van VLAIO een belangrijk deel vormen. "Dankzij deze subsidies kregen we ons product op de markt. Omdat het financiële toen in orde kwam, konden we de laatste mijl lopen."
"Het advies van bedrijfsadviseurs Bjorn Kiekens, Katie Van Den Bulck en Hans Kinoo was hierbij een grote toegevoegde waarde. Hun kritische vragen en advies lieten ons op een andere manier kijken naar onze oplossing. Deze blik van de buitenwereld heb je nodig als ondernemer. Want hoe je ook je best doet, als startende ondernemer leid je toch vaak aan een soort tunnelvisie."
Permanente controle van elke plant
Guy nam de uitdaging aan. Samen met een van de grootste Vlaamse tomatenkwekers ging hij aan de slag.
"De veiligheidsmaatregelen hebben al een enorme impact op de werking van de onderneming", zegt Guy. "Daarom zochten wij naar een oplossing zonder impact op de mensen, het werkvolume en de werking van de serres."
De klassieke methode is een expert die om de veertien dagen de serre en een steekproef van planten checkt. Planticus doet dit permanent. Hoe ze dit doen, houden Guy en de kmo liever geheim. Wel weten we dat AI onmisbaar is in deze oplossing.
"We verzamelen ongeveer 23.000 foto’s per hectare per dag. Enkel artificiële intelligentie heeft de capaciteit om deze te verwerken."
"Onze AI is getraind op zoveel mogelijk ziektes waardoor het in staat is te zeggen welke plant ziek is, met welke ziekte. Tegelijkertijd werken we constant aan ons AI-model om onze services en kwaliteit naar onze klanten te verhogen. Hierdoor zal het model ook gevaren detecteren die niet met het blote oog waarneembaar zijn… voordat ze uitgroeien tot catastrofes."
Wereldwijd dé referentie worden
Het team groeide het afgelopen jaar van drie oprichters tot acht leden. Over vijf jaar wil Planticus dé wereldwijde referentie zijn in het detecteren van plagen en ziektes op voedselgewassen.
"De totale markt waarop we ons richten in de tomatensector is wereldwijd goed voor 17 miljard euro", weet Guy. "Het is het tweede meest geteelde gewas ter wereld en een van de meest winstgevende teelten. Tegelijkertijd is de plant zeer complex qua ziektes en plagen, die bovendien voortdurend muteren."
Planticus krijgt aanvragen uit het Midden-Oosten, Rusland en Australië. Tegelijkertijd vragen kwekers of hun technologie ook geschikt is voor de tulpenteelt in Nederland of voor ajuinenkwekers in Australië.
Guy blijft nuchter bij de internationale aandacht: "Ondanks de grote vraag uit de markt behouden we onze focus. We laten ons niet 'vangen' door nu al toe te geven aan de opportuniteiten van de markt. We hebben onze vlag geplant en weten perfect waar we op internationaal vlak naartoe willen."
Op zoek naar 1,5 miljoen euro
"Momenteel zijn we met verschillende partijen in gesprek voor funding. Wanneer deze kapitaalronde is afgerond, kunnen we groeien in de Benelux en starten we de dag nadien in Spanje op."
Als stap hiernaartoe zoekt de startende onderneming 1,5 miljoen euro smart money. En het bereidt alvast een nieuw VLAIO-dossier voor om een deel van de financiering te regelen via subsidies voor ontwikkelingsproject.
Wij kijken benieuwd mee naar hun toekomst.